Anna-te-Drieën

Anna-te-Drieën

Anna, de moeder van Maria, reikt haar kleinzoon Jezus een anjer aan. Een voorstelling met deze drie figuren wordt in de christelijke iconografie een Anna-te-Drieën of Annatrits genoemd. In de meer traditionele uitvoering zit Maria bij haar moeder op schoot. Sinds de vijftiende eeuw worden anjers gebruikt in bloemstillevens, religieuze schilderijen en portretten.

Godsbloem

Dat Anna hier een anjer aanreikt aan Jezus, duidt erop dat zij in hem de Messias, de Christus of Verlosser herkent. De Latijnse naam voor de anjer is namelijk dianthus caryophyllus. Dianthus, afgeleid van het Griekse Dios anthos, betekent godsbloem. In religieuze kunst wordt de anjer daarom geassocieerd met Christus. In portretten staat de anjer veelal symbool voor het geloof in Christus.

Nagel als symbool van de Passie van Christus

Het tweede deel van de Latijnse naam van de anjer luidt Caryophyllus, dat betekent kruidnagel. De anjer krijgt deze naam vanwege de kenmerkende geur die op kruidnagel lijkt. De kruidnagel is vooral door zijn vorm, die op een nagel lijkt, een symbool van het lijden van Christus. Ook de vorm van de anjer doet denken aan de spijkers waarmee Christus aan het kruis is genageld.

Anna-te-Drieën, kunstenaar onbekend, olieverf op paneel, Antwerpen ca. 1525, collectie Museum Ons’ Lieve Heer op Solder
PARTNERS & SPONSOREN • Amsterdams Fonds voor de Kunst • Kickstart Cultuur Fonds • Fonds 21 • Katholieke Stichting ter Bevordering van Welzijnswerk • Vereniging Rembrandt • Unesco • Nieuw Leven Facility Groep • VTW Amsterdam • Prins Bernhard Cultuurfonds • VSB-fonds • Gemeente Amsterdam • C.S. Oolgaardtstichting •